Reginald Machell
Dit schilderij symboliseert de weg die de menselijke ziel moet gaan om tot volledig geestelijk zelfbewustzijn te komen en bevat belangrijke levenslessen.
Mensen met verschillende achtergronden proberen het licht van het heiligdom te benaderen. Zij die de juiste motivatie hebben, slagen, anderen krijgen een nieuwe kans. ‘Het pad is één voor allen, de middelen om het doel te bereiken moeten per pelgrim verschillen.’
Een vierkleurenreproductie (43,0 x
€ 11,50 (Alleen verkrijgbaar bij TUPA)
Toelichting van de schilder
Het Pad is de weg die de menselijke ziel moet gaan in haar evolutie naar een volledig geestelijk zelfbewustzijn. De hoogste toestand wordt in dit werk aangeduid door de grote figuur van wie het hoofd in de bovenste driehoek opgaat in de stralenkrans van de zon daarboven, terwijl zijn voeten zich in de onderste driehoek bevinden in de wateren van de ruimte, die geest en stof symboliseren. Zijn vleugels die het middengedeelte vullen, stellen de beweging of het pulseren van het kosmische leven voor, terwijl binnen de achthoek de verschillende gebieden van bewustzijn worden uitgebeeld waardoorheen de mensheid moet opstijgen om het volmaakte mens-zijn te bereiken.
Bovenaan staat een gevleugelde Isis, de moeder of overziel; door haar vleugels wordt het gelaat van de Allerhoogste afgeschermd voor degenen die lager staan. Vaag zichtbaar is een kring van hemelse figuren die vreugdevol de overwinning vieren van een nieuwe ingewijde, iemand die het hart van de Allerhoogste heeft bereikt. Vanaf dat punt ziet hij met mededogen om naar allen die beneden nog ronddwalen en keert terug om hen te helpen als een verlosser. Onder hem is de rode kring van bewakers die degenen die het ‘wachtwoord’ niet kennen neerslaan; dit wachtwoord wordt gesymboliseerd door de witte vlam boven het hoofd van de gelouterde aspirant. Twee kinderen die de zuiverheid voorstellen, lopen ongehinderd verder omhoog. In het midden van het beeld staat een krijger die de draak van de illusie, de draak van het lagere zelf, heeft verslagen, en die nu gereed is de kloof over te steken door het lichaam van de draak te gebruiken als brug (want we gaan omhoog langs treden die bestaan uit overwonnen zwakheden, de verslagen draak van de lagere natuur).
Aan één kant klimmen twee vrouwen; de ene wordt geholpen door de andere die een wit gewaad draagt en bij wie de vlam helder brandt terwijl ze haar zwakkere zuster helpt. Dichtbij hen komt een man omhoog uit de duisternis; geldbuidels hangen aan zijn gordel maar er brandt geen vlam boven zijn hoofd, en de speer van een bewaker van het vuur zweeft al boven hem, klaar om de onwaardige te treffen in zijn uur van triomf. Niet ver daarvandaan bevindt zich een bard; zijn vlam wordt versluierd door een rode wolk (hartstocht) en hij ligt languit, getroffen door een speer van een bewaker; maar terwijl hij daar ligt te sterven, bereikt hem een straal uit het hart van de Allerhoogste als een belofte van een toekomstige zege in een volgend leven.
Aan de andere kant staat een beoefenaar van magie die het licht volgt van een kroon (eerzucht), omhooggehouden door een zwevende figuur die hem naar de rand van een afgrond heeft geleid waarover voor hem geen brug is; hij houdt zijn rituelenboek in de hand en meent dat het licht van de verblindende kroon van de Allerhoogste afkomstig is, maar de diepte wacht op haar slachtoffer. Naast hem valt zijn trouwe volgelinge neer zonder dat hij dit merkt, maar een straal uit het hart van de Allerhoogste valt ook op haar, als beloning voor onzelfzuchtige toewijding, zelfs aan een slechte zaak.
Nog lager in de onderwereld staat een kind onder de vleugels van de pleegmoeder (de stoffelijke natuur) en ontvangt de wapenrusting van een ridder, symbolen van de kracht van de ziel, het zwaard van de macht, de speer van de wil, de helm van kennis en de maliënkolder waarvan de schakels bestaan uit ervaringen in het verleden.
In een oud boek staat te lezen ‘Het Pad is één voor allen, de middelen om het doel te bereiken moeten per pelgrim verschillen.’ – R. W. M.
[Een houten schijf, links onderaan bevestigd, bevat als inscriptie het volgende vers:]
Indien u wijsheid wilt verwerven,
Wees sterk, wees moedig, wees barmhartig.
Maar wanneer u deze heeft bereikt,
Laat dan mededogen spreken.
Geef het doel op,
Keer terug naar de aarde
Als redder van de mensheid.
Reginald Willoughby Machell (1854-1927) werd in 1893 aangenomen als lid van de Royal Society of British Artists, na in de Royal Academy te hebben geëxposeerd. Hij ontmoette H.P. Blavatsky en werd in 1888 lid van The Theosophical Society, waarna zijn schilderijen de mystieke en symbolische thema’s begonnen te weerspiegelen die door de theosofie worden geïnspireerd. In 1900 werd hij staflid van het internationale hoofdkwartier van de Society dat zich toen in Point Loma, Californië, bevond, waar hij zijn aanzienlijke talenten op het gebied van de beeldende kunst, de toneelkunst en de literatuur tot aan zijn dood volledig inzette.
© Theosophical University Press Agency (TUPA)
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag, 070-3231776
Geen opmerkingen:
Een reactie posten